FinConnect is een online bibliotheek van Vanden Broele

BBC-cijfers vergelijken - een korte blik op financieringsbronnen

Het BBC-regime biedt een transparant systeem met coherente regels die enerzijds beogen een hogere flexibiliteit te garanderen zodat besturen op maat aan hun beleidsdoelstellingen vorm kunnen geven. Daarnaast blijft het steeds een doelstelling om de cijfers geconsolideerd te kunnen vergelijken.

Bij de verplichte rapportering naar het toezicht toe, wordt verplicht het BBC-DR bestand meegestuurd, net om op het hogere niveau steeds een zicht te behouden op de globale bewegingen en deze vervolgens ook te kunnen consolideren. Die gegevens worden dan ook opgenomen in de federale rapportering die op haar beurt verplicht naar Europa wordt doorgestuurd. BBC-DR draagt dus bij aan het vervolledigen van het plaatje op basis van het ESR (Europees systeem van nationale en regionale rekeningen), dat moet toelaten een consistente en betrouwbare vergelijking van de EU-lidstaten mogelijk te maken.

Ondanks het feit dat de cijfers van BBC-DR een stuk beperkter zijn dan de rijkdom die in de boekhouding van de gemeente (of OCMW) vervat zit, bieden ze toch heel wat materiaal om nuttige analyses en vergelijkingen op te bouwen (zoals de studiedienst van Belfius en het Agentschap voor Binnenlands Bestuur bij herhaling al aantoonden).

En, wat mooi is, u kunt tegenwoordig ook zelf aan de slag met de cijfers van andere besturen om even de proef op de som te nemen: als wederdienst voor de bereidwilligheid waarmee de besturen aan de BBC-DR-verplichting voldoen, heeft het Agentschap voor Binnenlands Bestuur namelijk voor de BBC-DR-cijfers een exporttool voorzien waarmee u eigenhandig de BBC-DR grondstof van naburige en minder naburige besturen met een eenvoudige download digitaal kunt ontginnen.

Via onderstaande links komt u terecht op de site met de exporttool (opgelet: bepaalde downloads vergen wat tijd door de impact op de onderliggende database):

  • Export QlikView

http://statistieken.vlaanderen.be/QvAJAXZfc/notoolbar.htm?document=ABB%2FABB%20-%20BBC%20-%20open%20data%20tool%20-%20week.qvw&host=QVS%40cwv100154&anonymous=true

  • FinPro

http://statistieken.vlaanderen.be/QvAJAXZfc/notoolbar.htm?document=ABB%2FABB%20-%20BBC%20-%20finpro%20-%20geaggregeerde%20data.qvw&host=QVS%40cwv100154&anonymous=true

 

Als u de drang ondervindt de financiering van uw bestuur even af te spiegelen tegenover die van de gemeenten bij u in de buurt (of gemeenten met een gelijkaardig profiel aan de andere kant van Vlaanderen), dan kan dat zonder grootse inspanningen : het cijfermateriaal staat voor u klaar. Zo kunt u, bijvoorbeeld, de subsidieverhoudingen controleren, of de verschillen voor bepaalde beleidsvelden enz. Met het oog op de nakende voorbereidingen voor het nieuwe meerjarenplan, is dit wellicht al een interessante invalshoek om ruimer te vergelijken, als u even wil zien hoe groen het gras aan de overzijde precies is.

In het bijzonder voor de vergelijking van financieringsbronnen bieden de cijfers van BBC-DR u een snelle mogelijkheid tot een vergelijking van de situatie van uw bestuur. Ontvangt u veel subsidies in vergelijking met andere gemeenten? Hoe zit het met de inkomsten voor gemeentebelastingen en retributies? Op basis van die vergelijking kan dan verder in detail bekeken worden waar de oorzaak van bepaalde verschillen schuilt.

 

Omtrent de vergelijking van financieringsbronnen

 

De controle van de belangrijkste financieringsbronnen vormt doorgaans geen probleem, net door de boekhoudkundige eenduidigheid van de BBC-boekhouding. Wanneer u voor bepaalde posten met andere besturen wenst te vergelijken, houdt u het best rekening met een resem beperkende elementen, die wel eens een ander licht kunnen werpen op de waarde die men op het eerste zicht aan een cijfer zou durven toekennen. Hieronder overlopen we enkele van die pijnpunten.

  1. Beleidsvelden laten nog steeds een zekere interpretatiemarge toe; wees dus voorzichtig met vergelijkingen want de noemer dekt niet voor elk bestuur exact dezelfde lading.
  2. Er is nog steeds een zeker risico op ruis: een correcte vergelijking veronderstelt in de eerste plaats een correcte input. Wanneer bedragen verkeerd werden toegewezen in de boekhouding van een bestuur, zou het beeld wel eens vertekend kunnen zijn. Houd dus toch een korreltje zout bij de hand.
  3. De inkomsten voor onderwijs kunnen gevoelig variëren tussen gemeenten onderling, voor zover er afzonderlijke dotaties genoteerd worden voor het personeel van gemeentelijk onderwijs.
  4. Wanneer uw bestuur Europese subsidies ontvangt, dan gebeurt dat vaak via een Vlaamse tussenorganisatie (zoals Vleva). Houd dit in het achterhoofd.
  5. Bepaalde besturen zetten volop in op verzelfstandigde entiteiten, waardoor het beeld er snel anders uitziet. Ook het vermogen van een bestuur wordt op die manier wat moeilijker te vatten: de kans bestaat dat (een groot deel van) de gebeurlijke schuld van een bestuur onder een AGB valt

Los van de openbare instelling die de gemeente (of het OCMW) is, moet ook opgemerkt worden dat ook “indirecte” subsidies kunnen aangevraagd worden, bijvoorbeeld via vzw’s die in nauwe samenwerking met het gemeentebestuur hun specifieke projecten of algemene werking subsidiëren (jeugdhuis, sportvereniging, …). Vaak zit dit buiten de boekhouding van het bestuur (wanneer de subsidie op naam van de vzw komt), soms ook niet; ook hier is dus een (beperkt) risico op een zekere vertekening. Terzijde: een bestuur of een vzw kan daarnaast natuurlijk ook steeds mikken op een sponsoring via een private ondernemer… 

 

Subsidiëring – algemene trends

 

Voor wat de subsidiecultuur op zich betreft, zijn er duidelijke evoluties merkbaar. Hieronder overlopen we deze kort, omdat deze ook voor wat het langetermijnbeleid betreft, een ander licht kunnen werpen op de planning van het beleid en verhoudingen op het niveau van de beoogde financiering.

 

1. Recurrente financiering (algemeen)

De Vlaamse regering kiest voor het integreren van wat vroeger specifieke financieringen waren (voor bibliotheken, culturele centra, …) in de “algemene” dotatie van het gemeentefonds. Zo krijgt de gemeente dus een grotere autonomie om zelf te oordelen hoe ze de middelen specifiek zal aanwenden. De “recurrente” financiering gebeurt dus hoe langer hoe meer via het gemeentefonds, wat zonder twijfel een vereenvoudiging inhoudt – maar dus ook een grotere flexibiliteit om lokaal in te vullen met zich meebrengt.

 

2. Specifieke financiering - projectsubsidies

Het langzaam verdwijnen van “specifieke” subsidies voor recurrente aangelegenheden gaat gepaard met een grotere focus op projectsubsidies: veeleer dan het langetermijnbeleid van een bestuur te helpen financieren (wat dus deel uitmaakt van de “algemene” financiering via het gemeentefonds) wordt er voor concrete initiatieven van korte duur een gerichte voorzien (zoals voor “culturele projecten met regionale uitstraling”, “bovenlokale sportprojecten”, …). Steeds meer worden de specifieke subsidies dus het financiële toemaatje om uitzonderlijke projecten te faciliteren en zo de nodige kleurrijke accenten aan te brengen in een voor het overige globaal gefinancierd basisbeleid.

 

3. Provinciale subsidies

Op provinciaal vlak vallen er trouwens nog enkele verschuivingen te noteren: steeds meer “persoonsgebonden” subsidies verschuiven naar het Vlaamse niveau (cultuur, jeugd, welzijn en sport) als gevolg van het hertekenen van de provinciale bevoegdheden; “grondgebonden” aangelegenheden (fietsinfrastructuur, plattelandsontwikkeling, …) blijven dan weer het ding van de provincies. Dit manifesteert zich in een aangepast subsidieaanbod in vergelijking met vroeger.

 

4. Langetermijnaanpak

De Vlaamse overheid voorziet soms kortetermijnincentives waartegenover dan een langetermijnimpact staat voor het bestuur. Nemen we als illustratie hiervoor de subsidie die werd voorzien voor de aanwerving van stedenbouwkundige ambtenaren, waarmee voor drie jaar de loonkost door de hogere overheid werd verguld, waarna de volledige last op de schouders van het gemeentebestuur viel. Bij het uitwerken van een beleid op lange termijn, is het cruciaal om steeds het engagement op lange termijn – voorbij de grenzen van een meerjarenplan – mee in beschouwing te nemen om zo een duurzaam pad te kunnen uitstippelen.

 

 

Bronnenmateriaal:

 

Opleidingstip:

Deel deze update via LinkedIn
Deel deze update via Facebook
Deel deze update via Twitter
Deel deze update via e-mail

Al onze nieuwsberichten in uw mailbox?

Schrijf u in op onze gratis nieuwsbrief en blijf op de hoogte van nieuwe regelgeving, relevante actualiteit, niet te missen opleidingen en studiedagen, ...